De financial controller vervult een cruciale rol in elke onderneming. Wat hij of zij precies doet – en wat jij nodig hebt om financial controller te worden – lees je hier.

De ene controller is de andere niet

Een controller doet, zoals de functietitel aangeeft, aan beheersing. Hij of zij bestuurt en beheerst de organisatie vanuit een financieel-economische expertise. De controller houdt toezicht op de financiële administratie, adviseert het management, bestelt economische rapporten en bewaakt de financiële resultaten.

In grote ondernemingen is er niet één controller, maar zijn er soms tientallen. Een financial controller doet dan ook iets helemaal anders dan een business controller, bijvoorbeeld. Een financial controller houdt zich bezig met de algemene financiële resultaten en de statutaire financiële rapporten, terwijl een business controller een meer strategische rol speelt, zoals een consultant.

Wat doet een financial controller dan precies?

De financial controller staat aan het hoofd van de financiële administratie. Een overzicht van de omzet en de kosten, alsook financiële analyses, zijn dagelijkse kost voor financiële controllers. Hun rapporten en analyses zijn er in de eerste plaats om het hogere management te ondersteunen in hun financieel-economisch beleid.

Het takenpakket van een financial controller bestaat doorgaans uit deze taken:

• Rapporten voorbereiden, zoals de jaarcijfers, P&L-rapporten en managementrapporten
• Financiële analyses maken
• Financiële controles uitvoeren
• Begroting opmaken en budgetvoorspellingen doen
• Cashflow en liquiditeit opvolgen
• KPI’s opstellen
• Processen optimaliseren en beheren

Een louter financiële functie dus? Toch niet. De financial controller is een sleutelfiguur tussen het management, de eigen afdeling en de externe consultants, en moet van alle markten thuis zijn.

De ideale financial controller?

Interesse om controller te worden? Deze eigenschappen zijn onontbeerlijk:

• Opleiding in accountancy of bedrijfskunde
• Diepgang én breedte
• Analytische blik
• Commercieel inzicht
• Zelfstandig en onafhankelijk kunnen werken
• Goed kunnen overtuigen, onderhandelen en samenwerken
• Leiding kunnen geven
• Organisatietalent